Thuis bij de bekendste komiek van het Pajottenland

Artikel uit PenZine



Delen

Met een grote glimlach opent Urbain Servranckx, beter bekend als Urbanus, de deur van zijn gerestaureerde hoeve in Tollembeek. De omgeving ademt rust uit. “Een zalige plaats om te wonen. Ik heb liever beestjes en bomen rond me, dan trams en teveel mensen”, lacht hij.  We installeren ons in de tuin voor een gezellige babbel waarbij humor nooit ver weg is. We hadden het ook niet anders verwacht …

 

Geboren in Sint-Gertrudis-Pede en sinds 1975 inwoner van Tollembeek, is Urbanus opgegroeid midden de natuur. “Ik ben enorm blij dat ik hier woon. Sint-Gertrudis-Pede is de afgelopen decennia  steeds meer verstedelijkt, dus ben ik er niet rouwig om dat ik deze hoeve destijds gekocht heb. We hebben enorm veel verbouwd, want hier stonden vooral koterijen. Als je er dan deftig wil wonen, wordt de varkensstal al snel je slaapkamer”, vertelt de komiek. Twee paarden, een puppy en wat kippen brengen extra leven op het erf. “Ooit heb ik ook 2 koeien gehad en 24 schapen. Maar toen hier een hele paperassenwinkel aan gekoppeld werd, heb ik dit gelaten voor wat het is”, gaat hij verder. 

Salamanders in moeders panty
Te midden de velden ligt een poel, die toebehoort aan drie eigenaars, waaronder Urbanus. Regionaal landschap Pajottenland & Zennevallei komt hier jaarlijks met vrijwilligers fnuiken plaatsen om het waterleven te onderzoeken. De vier watersalamandersoorten die in belgië voorkomen, zijn allemaal te vinden in deze poel in Tollembeek. Een unicum in de regio. Of Urbanus hier kennis van heeft? “Ik ken wel wat van amfibieën en weet dat onder andere de kamsalamander hier zijn habitat heeft”, vertelt hij. Al van kleinsaf aan was Urbanus in de weer voor dieren. “Niet altijd even succesvol. Als jonge gast in Pede had ik ergens een reportage gezien dat amfibieën bedreigd waren en ik wilde hen redden. Dus nam ik moeders panty om in een kleine poel salamanders op te vissen. Mijn bedoeling was die in de grote vijver te kieperen, want  het water was daar properder. Maar op weg naar de vijver kwam ik mijn zus tegen die zei dat het eten klaar was. Ik legde de panty vol salamanders onder een struik om die na het eten naar de vijver te brengen. Maar toen moesten we ook nog weg ... De volgende ochtend haastte ik me naar de struik en vond ik een opengereten panty, zonder salamanders. Dan wilde ik al eens die beestje redden”, vertelt hij met zijn typische Urbanusstijl.

De Hanenzoekers
Urbanus woont graag in het Pajottenland en vertoeft het liefst van al in eigen tuin. “Ik heb er geen behoefte aan dat mensen me overal herkennen en een praatje willen slaan. Ik ben nogal graag op mezelf. Fietsen door de streek doe ik wel eens. Tegen dat de mensen me herkennen, ben ik al voorbij”, knipoogt hij. Of hij trots is op zijn standbeeld in Tollembeek. “Dat is wel leuk, maar ik was zelf geen vragende partij. Het standbeeld is er gekomen nadat ik een wedstrijd won op het stripfestival in Middelkerke. De winnaar kreeg een standbeeld, in Middelkerke. De beeldhouwer vroeg om er ook eentje in Tollembeek te mogen plaatsen. De gemeente vond het idee niet slecht, maar we hebben mijn goede vriend en streekbewoner Koen Tinnel ingeschakeld om het bronzen beeld voor Tollembeek te maken. Voor mij was een extra link met de regio belangrijk. Het is de kerktorenhaan geworden, die verschijnt wanneer je aan het kaatshandje draait. Deze haan verwijst naar de spotnaam van de Tollembekenaar: ‘Hanenzoekers’.” 

Time-out in het Pajottenland
Urbanus vertelt honderduit over spotnamen en andere anekdotes. “Wist je trouwens dat het Pajottenland vroeger bij de Nederlandse pastoors al onherbergzaam gebied bestempeld werd? De vorige pastoor van Tollembeek – die zijn opleiding tot pastoor gevolgd had in Nederland – vertelde dat pastoors die iets mispeuterd hadden, verbannen werden naar … het Pajottenland.” Vanwaar hij al die verhalen heeft? “Mijn grote rijkdom is dat ik in contact kan komen met vele mensen met verhalen. Verder ben ik ook enorm geboeid door geschiedenis en de kerk. Ik heb het oude en het nieuwe testament gelezen, op zoek naar humor. En er is veel humor te vinden in de Bijbel. Het ontstaan van spreekwoorden bijvoorbeeld. Ik heb in 1974 een liedje gemaakt ‘De Wereld is om Zeep’.  Onlangs was ik voor de opnames van een programma met Jacques Vermeire in New York waar we hebben opgetreden. Daar zong is ‘The World is after soap’, waar niemand iets van begreep natuurlijk. Blijkt trouwens dat dit spreekwoord ook enkel hier gekend is. Dat komt voort van de kruistochten. Hier was toen een schaarste aan zeep. Zeep diende toen met boten aangevoerd te worden, maar veel opvarenden overleefden de toch niet. Als er toen iemand vermist was, dan was die om zeep.” 

Voorliefde voor knotwilgen
New York is één van de plaatsen waar Urbanus, samen met Jacques, te zien zal zijn in het nieuwe tv-programma met Eric Goens. Het duo trekt op wereldreis om uit te zoeken of publiek buiten Vlaanderen ook met hun humor kan lachen. “We waren ook al in Kinshasa en Lapland. Nepal, Zuid-Afrika en Spanje staan nog op het programma. Ik vind het fijn veel van de wereld te zien. Weet je wat ik echt kan missen in andere landen? Onze knotwilgen! Die zijn zo typisch voor de streek. Ik vind een knotwilg een prachtige boom. Zelf heb ik er ook een aantal staan, die ik gezond houd door ze te laten knotten. Verder apprecieer ik het Pajottenland ook enorm omwille van de open ruimte, het kijken naar de horizon, te luisteren naar de stilte. Hier kun je nog vrij bewegen zonder veel mensen rond je te hebben.”

“De open ruimte en de stilte hier bekoren me”
zelf een poel aanleggen Lees PenZine